RAPPERS VAN DE GOUDEN EEUW

“Als Vondel nu had geleefd, had hij zijn teksten ook als hiphopper ten gehore gebracht”, zei Def P. –  rapperpoëet van de Osdorp Posse – eens in een interview. En ook taalwetenschapster Feike Deitz legde al eens het verband tussen de taal van hedendaagse rappers en de grammaticale diversiteit van schrijvers als Vondel en Hooft. Wat hen verbindt, is het spelen met taal en ritme, maar ook het omvormen en vernieuwen van bestaande woorden en uitdrukkingen. Maar hoe zou dit nu in de praktijk uitpakken? Zijn Vondels teksten écht geschikt om er een hedendaagse rap van te maken?

Onderzoeksvraag

In dit onderzoek probeer je een antwoord te vinden op de volgende vraag:

Hoe kunnen de teksten van de reien uit de originele tekst van de Gijsbrecht worden gebruikt om hedendaagse rapnummers van te maken?

Ter voorbereiding op het onderzoek geef je een antwoord op de volgende vragen. Het kan zijn dat je nog niet alles kunt beantwoorden. Probeer zo volledig mogelijk te zijn.

Vragen

  1. In een onderzoeksvraag staan begrippen die belangrijk zijn. Als je onderzoek doet, moet je deze operationaliseren. Dat betekent dat je gaat beschrijven hoe je die begrippen moet interpreteren, wat je precies bedoelt met deze begrippen. In deze onderzoeksvraag staat bijvoorbeeld hedendaags. Zo’n begrip moet je toelichten. Wat betekent dat begrip in jouw onderzoek?
    1. Welke begrippen in jouw onderzoeksvraag zijn belangrijk?
    2. Verduidelijk de begrippen door ze toe te beschrijven, toe te lichten en te definiëren.
  2. Als je vraag goed leest, zie je dat je een aantal stappen zal moeten zetten om de vraag te kunnen beantwoorden. Maak een schema van de stappen die je denkt dat je moet zetten om deze vraag te beantwoorden.
  3. Nog voor je een onderzoek echt gaat uitvoeren, heb je meestal wel een idee wat de uitkomst van het onderzoek zal zijn (de hypothese). Wat denk je dat het antwoord op deze vraag zou kunnen zijn?

Afronding Onderzoeksvraag:

Document waar vraag 1, 2 en 3 beantwoord zijn.

Kunstwerk

Dit kunstwerk dient als inspiratie voor jullie onderzoek en geeft een idee van hoe jullie eindwerk eruit kan komen te zien.

De Britse dichter en rapper Kingslee James Daley, met Akala als artiestennaam, heeft wellicht nog nooit van Joost van den Vondel gehoord. Toch vormt hij voor deze opdracht een belangrijke inspiratiebron. Deze woordkunstenaar en oprichter van de Hip Hop Shakespeare Company  gebruikt namelijk technieken en ritmes uit de  hiphop om de schoonheid en betekenis van Shakespeares oude teksten onder de aandacht te brengen van een nieuw publiek.

In dit fragment toont hij  bijvoorbeeld hoe de tekst van één van de beroemdste teksten van William Shakespeare (Sonnet 18) heel goed in een hiphop-jasje kan worden gegoten. Het consistente ritme van de tekst zorgt er voor dat de tekst (schijnbaar moeiteloos) in verschillende beats per minute  kan worden gezet. Zou dit ook toepasbaar zijn op de teksten uit de Gijsbrecht?

Vorm

Het onderzoek dat jullie doen resulteert in een artistieke en kunstzinnige uiting: een scène, lied, dans, kunstwerk, film, kunstzinnige interventie, installatie. Hierna volgt een beschrijving met richtlijnen van wat jullie gaan maken.

Een hiphop-nummer waarbij gebruik wordt gemaakt van een van de reien uit de Gijsbrecht. Het eindresultaat is een (op beeld vastgelegde) muzikale performance, waarbij tekst, ritme en beeld een geheel vormen. Bij het maken van het ritme kan gebruik worden gemaakt van bestaande (internet-) beats, maar uiteraard is het ook mogelijk om eigen instrumentatie te gebruiken. Tijdsduur van de performance is 2-3 minuten.

Tijd & samenwerking

Je werkt in totaal 8 lesuren aan dit onderzoek. Sommige delen maak je individueel, sommige onderdelen in een groep. Hieronder een weergave hoe het tijdspad er uit kan zien.

*Onderzoeksvraag + Oriëntatiefase + Inspiratiefase:

Tijd: 3 lesuren

Hoe: individueel

Inleveren: document met verschillende opdrachten

*Zelf aan de slag + Reflectie:

Tijd: 4 lesuren

Hoe: groep

Inleveren: verschillende materialen 

*Beantwoording onderzoeksvraag

Tijd: 1 lesuur 

Hoe groep

Inleveren: eindtekst of filmpje

STAP 1: Oriëntatiefase

In de oriëntatiefase ga je je inlezen in het onderwerp. Dit doe je door verschillende bronnen te bestuderen en vragen te beantwoorden. De antwoorden maak je in een document dat je na afloop inlevert. 

Bron 1: MC-VONDEL?

In dit artikel legt de Nederlandse rapper Def P uit waarom een schrijver als Vondel veel raakvlakken heeft met hedendaagse rappers.

Vragen:

1. Leg in je eigen woorden uit wat de zogenaamde sprooksprekers precies waren. In hoeverre vind je de vergelijking met hedendaagse rappers terecht?

2. De schrijver van het artikel trekt een parallel tussen de vroegere kritiek van de dichterselite op de sprooksprekers  met de hedendaagse controverse tussen de geaccepteerde dichtkunst en de nederhoppers. Leg uit wat hiermee bedoeld wordt.

Bron 2: een interview met Willem Jan Otten

Een belangrijk onderdeel van Vondels Gijsbrecht zijn de ‘reien’, die de eerste vier bedrijven afsluiten. Deze aan de Griekse koorzangen verwante, gesproken of gezongen bespiegelingen staan los van de handeling. Ze verwoorden het standpunt van het volk, de bewoners van Amsterdam. Voor de versie van de theatergroep Het Toneel Speelt herschreef dichter en schrijver Willem Jan Otten drie van de vier oorspronkelijke reien in Vondels Gijsbrecht van Amstel.

Vragen:

3. Waarom vond Willem Jan Otten het noodzakelijk om met name deze reien te herschrijven?

4. Lees en bestudeer de oorspronkelijke vier reien in de Gijsbrecht en vat de inhoud van elke rei kort samen. Welke spreekt je inhoudelijk en ritmisch het meeste aan en zou geschikt kunnen zijn voor een hedendaagse rap-bewerking? Leg uit waarom je tot deze keuze gekomen bent.

  • Rei van Amsterdamse Maagden
  • Rei van Edelingen
  • Rei van Klaerissen
  • Rei van Burghzaten

Bron 3: Akala over de jambische pentameter

In taaluitingen zit altijd ritme. Ritme komt tot stand door afwisseling van meer of minder beklemtoonde lettergrepen. Als dat ritme een bepaalde regelmaat heeft, spreekt men van metrum. De reeds eerder genoemde woordkunstenaar Akala spreekt tijdens een TED-talk over de ‘jambische pentameter’, die zo typerend was voor de gedichten en veel van de teksten van William Shakespeare. Bekijk deze bron nóg eens en luister goed naar het ritme

Vraag:

5. Is er bij Vondel ook sprake van een soortgelijk ritme of specifieke dichtstructuur? Wat is daarover bekend en waarom is dit handig om te weten wanneer je aan de slag gaat met een rap? Baseer je antwoord op minimaal één bron die je hebt gevonden.

Nu je wat meer weet over het belang van ritme in een tekst en een keuze hebt gemaakt welke rei je wilt bewerken tot een hedendaagse rap, is het tijd voor de volgende stap. Want hoe ga je deze tekst verder vormgeven in combinatie met beeld en geluid. Laat je – voordat je verder gaat- vooral inspireren door onderstaande fragmenten:

Bron 5: how to rap Shakespeare

In deze bron legt Lorianne, zelf ook lid van de Akala’s HipHop Shakespeare Company in een paar minuten uit hoe oude teksten soms prima passen binnen een beat-schema.

Vraag:

6. Welke stappen neemt zij in haar werkproces?

Afronding Oriëntatiefase:

Schrijf de antwoorden van vraag 1 t/m 6 onder elkaar in je document. 

STAP 2: Inspiratiefase

In de inspiratiefase doe je inspiratie op voor je eigen maakproces. Wat doen andere kunstenaars, of wat hebben andere kunstenaars te vertellen? Ook nu staan er weer vragen bij elke bron. Noteer de antwoorden op het document waar je in werkt.

Bron 6:  rapstijlen op een rijtje

Er zijn heel veel verschillende rapstijlen. In deze bron vinden jullie een globaal overzicht van maar liefst 27 varianten, razendknap achter elkaar gezet door rapper Mac Lethal.

Vraag:

7. Welke stijl spreekt je, binnen deze opdracht, het meest aan? Kies er drie en beargumenteer waarom deze stijlen het best passen bij de tekst en het ritme van Vondel? Als je zelf nog een andere stijl kent die je wilt gebruiken, kun je die ook noemen.

Bron 7: een simpele rap-beat

Wat voor een beat zou jij willen gebruiken? Zoek een passend ritme. Op het internet/youtube zijn tienduizenden (gratis) beats te vinden maar misschien zijn er ook groepsleden die zelf iets in elkaar willen zetten. Met de computer of eigen instrument(en).

Vragen:

8. Zoek of maak 3 beats die je zou kunnen gebruiken. Zet de linkjes in je document.

9. Met een rap vertel je een verhaal. Een verhaal kun je ook verduidelijken met je performance of een videoclip. Hoe zou jullie performance eruit kunnen zien? Zoek 3 bestaande clips en/of performances op internet ter inspiratie. Maak vervolgens schetsen hoe jullie performance en/of clip eruit kan zien (je kunt de twee ook combineren).

10. Maak een soort van geluidsmoodboard van alle gegevens die je in deze fase verzameld hebt en waarmee je straks aan de anderen van je groep kunt laten zien hoe jij de rap voor je ziet. Je kunt afbeeldingen, tekeningen, tekst et cetera gebruiken. Laat in ieder geval de rei, de beats, het soort rap, de performance en de beelden terugkomen.

Afronding Inspiratiefase: 

Digitaliseer het geluidsmoodboard waarmee je een indruk geeft hoe de rap en de performance eruit zien.

Zorg dat je het moodboard mondeling kan toelichten.

Rond je hier het onderzoek af, maak dan de EindopdrachtDoe je gewoon het hele onderzoek, ga dan verder naar de volgende fase Zelf aan de slag. Je maakt dan niet de Eindopdracht.

Eindopdracht: Schrijf de rap op basis van de ideeën die je hebt opgedaan.

STAP 3: Zelf aan de slag

In deze fase gaan jullie als groep aan de slag. Je maakt schetsen, repeteert, onderzoekt et cetera. Ofwel: je maakt keuzes. Alles wat jullie doen, documenteer je in het werkdocument. Jullie maken foto’s, filmpjes of korte beschrijvingen van wat jullie doen. Op deze manier leggen jullie het maakproces vast. Maar eerst is het belangrijk om te zien wat jullie afzonderlijke ideeën waren.

Opdracht om informatie uit te wisselen:

  1. Jullie hebben afzonderlijk een hypothese geformuleerd, een mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag. Lees je hypothese voor elkaar voor.
  2. Bespreek met elkaar welke reien jullie hebben uitgekozen om mee te werken en waarom.
  3. Laat elkaar het moodboad zien en licht het toe.
  4. Kies de beste ideeën uit en maak keuzes.

Opdracht om de performance te maken:

Maak samen een concept voor jullie performance, het hiphop-nummer gebaseerd op een van de reien uit de Gijsbrecht. Het wordt een  (op beeld vastgelegde) muzikale performance van ongeveer 2-3 minuten. Gebruik de volgende punten in je concept:

  • Bekijk nog eens kritisch de tekst uit de Gijsbrecht die jullie gekozen hebben. Is dit inhoudelijk én ritmisch de ideale tekst voor jullie eindperformance? Begrijp goed waar de tekst over gaat. Dit maakt het maken van een performance een stuk makkelijker. Zoek lastige woorden op!
  • Is er binnen de tekst ruimte voor herhaling of een verdeling in couplet en (meer gezongen) refrein? Voel je vrij om woorden te herhalen of te verdraaien als dat beter uitkomt of klinkt. Gebruik jullie eigen ‘dichterlijke vrijheid’. Probeer nu tekst en ritme te koppelen. oefening baart kunst en blijf zoeken tot de tekst in het ritme past. Nogmaals: wees vrij om de tekst soms wat aan te passen, waardoor het wellicht nét even wat beter past. Leg de tekst en de muziek vast.
  • Wanneer tekst en ritme kloppen is het de beurt aan de vormgeving van de uiteindelijke performance: welk decor of kleding gaan jullie gebruiken? Hoe kan je de inhoud van de tekst verder verduidelijken met spel en/of het gebruik van props en kostuums? Gebruik kostuums en attributen. Maak een lijstje van alle kostuums en attributen die je nodig hebt, bespreek wie welk kostuum of attribuut regelt en oefen ermee.

Opdracht om het proces vast te leggen:

  1. Maak minimaal 3 filmpjes (timelabs) van jullie performance in verschillende fasen van het repetitieproces. Op deze manier kun je laten zien hoe jullie vorderingen maken. Deze video’s zijn voor je docent (en de docenten van Hoosh) een duidelijke weergave van jullie proces, hierin kunnen ze jullie voortgang duidelijk zien.
  2. Maak een eindfilmpje van de performance

Afronding Zelf aan de slag:

Lever het concept in.

Lever de 3 timelabs in.

Lever de eindfilm in.

STAP 4: Reflectie

Jullie hebben een voorlopige uitvoering gemaakt, een zogenaamde ‘generale repetitie’ van jullie werk. Jullie kunstwerk, performance, scène, film, lied of dans is af en kan aan het publiek getoond worden. Op de dag van de echte presentatie komen er echter nog docenten van Hoosh om de laatste puntjes op de i te zetten. Beschrijf nu in 200-300 woorden de onderstaande vragen. De docenten van Hoosh moeten weten wanneer ze komen helpen hoe jullie naar je eigen werk kijken. Ook kun je de docenten gericht om hulp vragen.

Vragen:

  1. Kijk jullie eindfilm gezamenlijk terug. Over welke (artistieke) keuzes die jullie hebben gemaakt zijn jullie heel tevreden? Hoe komt dat?
  2. Aan welk deel van het kunstwerk, performance, scène, film, lied of dans zouden jullie nog verder willen werken?
  3. De docent van Hoosh komt om jullie verder te helpen. Formuleer drie vragen waar jullie hulp bij zouden willen of beschrijf elementen uit jullie kunstwerk, performance, scène, film, lied of dans waar jullie nog feedback op willen

Afronding Reflectie:

Lever de geschreven tekst van 200-300 woorden waarin de antwoorden op de vragen gegeven worden.

STAP 5: Beantwoording onderzoeksvraag

Het onderzoek is gedaan en jullie performance heeft plaatsgevonden. Formuleer hieronder je antwoord op de onderzoeksvraag. Hiervoor maak je gebruik van:

  • de hypothesen
  • de door jullie gegeven antwoorden op andere vragen in dit document
  • de ervaringen die je hebt opgedaan tijdens het maakproces van het kunstwerk

Je antwoord bestaat uit minimaal 300 en maximaal 400 woorden of uit een filmpje van 2 à 3 minuten.

Onderzoeksvraag:

Hoe kunnen de teksten van de reien uit de originele tekst van de Gijsbrecht worden gebruikt om hedendaagse rapnummers van te maken?

 

Afronding Beantwoording onderzoeksvraag:

Lever de geschreven tekst van 300-400 woorden of een filmpje van 2 à 3 minuten in waarin de antwoorden op de vraag gegeven worden.