TRAGISCHE HELD
Op de Beurs van Berlage in Amsterdam staat Gijsbrecht van Amstel afgebeeld als legendarisch grondlegger van de stad Amsterdam. Velen zullen zeggen: “Gijsbrecht was een held! Hij heeft zijn stad tot op het laatste ogenblik verdedigd!” Maar wat is dat eigenlijk: een held? Iemand die vecht tegen beter weten in? Heeft Gijsbrecht niet ook domme keuzes gemaakt, waardoor hij eerder beschouwd zou kunnen worden als tragische held? En hoe zou je dát kunnen vangen in een standbeeld?
Onderzoeksvraag
In dit onderzoek probeer je een antwoord te vinden op de volgende vraag:
Hoe kun je het karakter van Gijsbrecht en zijn kenmerken als tragische held vangen in een standbeeld?
Ter voorbereiding op het onderzoek geef je een antwoord op de volgende vragen. Het kan zijn dat je nog niet alles kunt beantwoorden. Probeer zo volledig mogelijk te zijn.
Vragen:
- In een onderzoeksvraag staan begrippen die belangrijk zijn. Als je onderzoek doet, moet je deze operationaliseren. Dat betekent dat je gaat beschrijven hoe je die begrippen moet interpreteren, wat je precies bedoelt met deze begrippen. In deze onderzoeksvraag staat bijvoorbeeld tragische held. Zo’n begrip moet je toelichten. Wat bedoel je met tragische held?
- Welke begrippen in jouw onderzoeksvraag zijn belangrijk?
- Verduidelijk de begrippen door ze toe te beschrijven, toe te lichten en te definiëren.
- Als je vraag goed leest, zie je dat je een aantal stappen zal moeten zetten om de vraag te kunnen beantwoorden. Maak een schema van de stappen die je denkt dat je moet zetten om deze vraag te beantwoorden.
- Nog voor je een onderzoek echt gaat uitvoeren, heb je meestal wel een idee wat de uitkomst van het onderzoek zal zijn (de hypothese). Wat denk je dat het antwoord op deze vraag zou kunnen zijn?
Afronding onderdeel onderzoeksvraag:
- Document waar vraag 1, 2 en 3 beantwoord zijn.
Kunstwerk
Dit kunstwerk dient als inspiratie voor jullie onderzoek en geeft een idee van hoe jullie eindwerk eruit kan komen te zien.
In 1888 maakte Ronald Lord Gower het Shakespeare Memorial in Stratford-upon-Avon. Onderdeel van dit memorial is een standbeeld van de tragische held Hamlet: een bekend personage uit het gelijknamige stuk van Shakespeare.
Vorm
Het onderzoek dat jullie doen resulteert in een artistieke en kunstzinnige uiting: een scène, lied, dans, kunstwerk, film, kunstzinnige interventie, installatie. Hierna volgt een beschrijving met richtlijnen van wat jullie gaan maken.
Een standbeeld van Gijsbrecht waarin zijn kenmerken als tragische held tot uitdrukking komen.
Wie
Groep van 3-5 leerlingen
Tijd
6 à 10 lesuren
STAP 1: Oriëntatiefase
In de oriëntatiefase ga je je inlezen in het onderwerp. Dit doe je door verschillende bronnen te bestuderen en vragen te beantwoorden. De antwoorden maak je in een gezamenlijk document dat je na afloop inlevert.
Bron 1: de tragedie
Voordat jullie kunnen starten met het maken van een standbeeld van Gijsbrecht is het belangrijk te onderzoeken wat een tragische held is en waarom Gijsbrecht een tragische held is. De Gijsbrecht is een Renaissance tragedie waarin Vondel zich baseerde zich op de theorie van de tragedie van Aristoteles. Het personage van de tragische held is een element dat vrijwel altijd in de Renaissance tragedie voorkomt. Bekijk het filmpje van Crash Course Theatre over de tragedie.
Vraag:
1. Noem 2 kenmerken van de tragedie die samenhangen met de hoofdpersoon of belangrijkste personages.
Bron 2: de tragische held
Een tragische held heeft vaste kenmerken. Lees de tekst van de Digitale Bibliotheek voor Nederlandse Letteren en bekijk het filmpje over Hamlet als tragische held.
Vraag:
2. Waarom is Hamlet een tragische held?
Bron 3: Gijsbrecht als tragische held
In het filmpje over Hamlet wordt gezegd over de tragische held: “They bring tragedy upon themselves.” Op welke manier veroorzaakt Gijsbrecht de tragische gebeurtenissen in zijn leven? Lees deze tekst over Gijsbrecht om erachter te komen waarom Gijsbrecht binnen het plaatje van de tragische held past.
Vraag:
3. Noteer 5 kenmerken van Gijsbrecht als tragische held.
STAP 2: Inspiratiefase
In de inspiratiefase doe je inspiratie op voor je eigen maakproces. Wat doen andere kunstenaars, of wat hebben andere kunstenaars te vertellen? Ook nu staan er weer vragen bij elke bron. Noteer de antwoorden op het document waar jullie in werken.
Bron 4: standbeelden in alle vormen en maten
Tijdens de oriëntatiefase hebben jullie bekeken wat een tragische held is, je kort verdiept in Hamlet als typisch voorbeeld hiervan en nagedacht over waarom Gijsbrecht een tragische held is. Bij de inspiratiefase bekijken jullie standbeelden van verschillende kunstenaars en gaan jullie onderzoeken welke keuzes Gijsbrecht heeft gemaakt die hem ongeluk brengen, die jullie zouden kunnen gebruiken in ontwerp van jullie standbeeld.
Bekijk het filmpje met 23 verschillende standbeelden.
Vraag:
4. Welk standbeeld spreekt je het meest aan en waarom? Maak je keuze individueel.
Bron 5: het standbeeld van Hamlet
Een standbeeld is nooit zomaar een letterlijke weergave van de persoon die wordt afgebeeld, er moet altijd een keuze worden gemaakt over hoe deze persoon wordt afgebeeld. Bijvoorbeeld: sterk en machtig, met grote schoonheid, als een intellectueel, etc.
Bekijk het standbeeld van Hamlet nog eens goed en beantwoord onderstaande vraag.
Vraag:
5. Op welke manier wordt (volgens jullie) Hamlet afgebeeld middels dit standbeeld? Omschrijf waarom jullie dit denken of vinden.
Bron 6: samenvatting van de Gijsbrecht en zijn keuzes
Deze bron is een uitgebreide samenvatting van het verhaal. Lees in Hoefnagel hoofdstuk 1 t/m 5. Verdeel de hoofdstukken over jullie groepsleden. Elk groepslid maakt van een hoofdstuk een beknopte samenvatting en noteert gebeurtenissen, beelden of teksten die te maken hebben met Gijsbrechts keuzes en hem ongeluk (tragedie) brengen. Vervolgens komen jullie samen en delen jullie de ideeën met elkaar.
Vraag:
6. Voeg de beknopte samenvattingen hieronder toe aan dit document.
Bron 7: verdient Gijsbrecht wel een standbeeld?
In augustus 2017 schreef Bart Dirks dit artikel voor de Volkskrant waarin hij zich afvroeg of bepaalde mensen (waarvan een standbeeld is gemaakt) dat standbeeld wel verdienen. Sommige mensen waarvan ergens ter wereld een standbeeld staat, hebben gruwelijke dingen gedaan. Lees het artikel om je te verdiepen in de verschillende argumenten voor het behouden of het verwijderen van sommige standbeelden.
Voer een korte discussie met elkaar over waarom Gijsbrecht juist wél of juist niet een standbeeld verdient. Belicht beide kanten van de zaak.
Vragen:
7. Waarom verdient Gijsbrecht van Amstel wél een standbeeld?
8. Waarom verdient Gijsbrecht van Amstel géén standbeeld?
STAP 3: Zelf aan de slag
In deze fase gaan jullie aan de slag. Je maakt schetsen, repeteert, onderzoekt et cetera. Ofwel: je maakt keuzes. Ook nu krijgen jullie een aantal bronnen/vragen die jullie kunnen gebruiken om goed aan de slag te gaan. Gebruik ze om jullie werk steeds te verbeteren. Alles wat jullie doen, documenteer je in het werkdocument. Jullie maken foto’s, filmpjes of korte beschrijvingen van wat jullie doen. Op deze manier leggen jullie het maakproces vast.
In de inspiratiefase hebben jullie gekeken welke keuzes van Gijsbrecht hem tot een tragische held maken en bij vraag 6 en 7 hebben jullie beargumenteerd waarom Gijsbrecht juist wel of juist geen standbeeld verdient.
Vragen:
9. Hoe willen jullie Gijsbrecht afbeelden?
Maak een lijstje met kenmerken van Gijsbrecht (gebaseerd op jullie antwoorden op voorgaande vragen) die jullie willen verwerken in jullie standbeeld van Gijsbrecht.
10. Maak drie verschillende schetsen/plannen van jullie standbeeld van Gijsbrecht, waarin het lijstje van vraag 9 op verschillende manieren is verwerkt. Hou in de schetsen/plannen rekening met het uiteindelijke materiaal waarvan jullie het standbeeld willen maken. Een schets kan natuurlijk getekend zijn met potlood, maar je mag ook andere materialen gebruiken zoals verf of waskrijt. Jullie kunnen ook dingen toevoegen om de schets te verduidelijken zoals foto’s of stukjes van het materiaal dat jullie willen gaan gebruiken. Plaats in het document de drie verschillende schetsen/plannen.
11. Vergelijk de schetsen/plannen met elkaar. Welke vinden jullie het sterkst en waarom?
De schets die jullie het sterkst vinden is het ontwerp voor jullie standbeeld. Beantwoord onderstaande vragen voordat jullie aan de slag gaan:
Vragen:
12. Welk materiaal of welke materialen en technieken gaan jullie gebruiken?
13. Zijn er dingen over het materiaal en of de technieken die jullie nog niet weten? (Weten jullie bijvoorbeeld hoe het werkt als jullie gaan solderen, kleien, etc?)
Indien jullie antwoord ‘ja’ is lees verder bij 13a. Indien jullie antwoord ‘nee’ is lees verder bij vraag 14.
13a. Wat weten jullie nog niet over het gebruik van jullie materialen en technieken?
13b. Ga op zoek naar de informatie die jullie nodig hebben: doe navraag bij de docenten op school die jullie erbij kunnen helpen en zoek op het internet naar tips. Hieronder noteer je: de tips/aanwijzingen van de docent en minimaal 2 bronnen die jullie helpen bij het maakproces, omschrijf ook waarom deze bronnen jullie helpen.
14. Welk groepslid neemt welke taak op zich?
15. Maak een wekelijkse planning van jullie maakproces: hoeveel tijd hebben jullie nodig voor elk onderdeel? Maak na elke les een foto van jullie werk tot nu toe en plaats deze in het document. Zo kan jullie docent (en de docenten van Hoosh) jullie proces duidelijk volgen.
STAP 4: Reflectie
Jullie hebben een voorlopige uitvoering gemaakt, een zogenaamde ‘generale repetitie’ van jullie werk. Jullie kunstwerk, performance, scène, film, lied of dans is af en kan aan het publiek getoond worden. Op de dag van de echte presentatie komen er echter nog docenten van Hoosh om de laatste puntjes op de i te zetten. Beschrijf nu in 200-300 woorden de onderstaande vragen. De docenten van Hoosh moeten weten wanneer ze komen helpen hoe jullie naar je eigen werk kijken. Ook kun je de docenten gericht om hulp vragen.
Vragen:
- Kijk jullie eindfilm gezamenlijk terug. Over welke (artistieke) keuzes die jullie hebben gemaakt zijn jullie heel tevreden? Hoe komt dat?
- Aan welk deel van het kunstwerk, performance, scène, film, lied of dans zouden jullie nog verder willen werken?
- De docent van Hoosh komt om jullie verder te helpen. Formuleer drie vragen waar jullie hulp bij zouden willen of beschrijf elementen uit jullie kunstwerk, performance, scène, film, lied of dans waar jullie nog feedback op willen
Afronding Reflectie
- Lever de geschreven tekst van 200-300 woorden waarin de antwoorden op de vragen gegeven worden.
STAP 5: Beantwoording onderzoekvraag
Het onderzoek is gedaan en jullie performance heeft plaatsgevonden. Formuleer hieronder je antwoord op de onderzoeksvraag. Hiervoor maak je gebruik van:
- de hypothesen
- de door jullie gegeven antwoorden op andere vragen in dit document
- met de ervaringen die je hebt opgedaan tijdens het maakproces van het kunstwerk
Je antwoord bestaat uit minimaal 300 en maximaal 400 woorden of uit een filmpje van 2 à 3 minuten.
Onderzoeksvraag:
Hoe maak je een betekenisvolle performance die gebaseerd is op de wreedheden die in de Gijsbrecht beschreven worden en waarin gebruik gemaakt wordt van het tableau vivant?
Afronding Beantwoording onderzoeksvraag
- Lever de geschreven tekst van 300-400 woorden of een filmpje van 2 à 3 minuten in waarin de antwoorden op de vraag gegeven worden.