WREEDHEDEN
In de Gijsbrecht zijn wreedheden aan de orde van de dag. Geweld, moord, marteling, aanranding en verkrachting passeren de revue. Het is een hele uitdaging om deze wreedheden op een interessante en spannende manier op het toneel te brengen. In de Gijsbrecht zelf gebeurt dat door over de gebeurtenissen te vertellen. Hoe kunnen deze wreedheden er op het toneel ook echt gruwelijk uitzien en op welke manier leent de vorm het tableau vivant zich hiervoor?
Onderzoeksvraag
In dit onderzoek probeer je een antwoord te vinden op de volgende vraag:
Hoe maak je een betekenisvolle performance die gebaseerd is op de wreedheden die in de Gijsbrecht beschreven worden en waarin gebruik gemaakt wordt van het tableau vivant?
Ter voorbereiding op het onderzoek geef je een antwoord op de volgende vragen. Het kan zijn dat je nog niet alles kunt beantwoorden. Probeer zo volledig mogelijk te zijn.
Vragen:
- In een onderzoeksvraag staan begrippen die belangrijk zijn. Als je onderzoek doet, moet je deze operationaliseren. Dat betekent dat je gaat beschrijven hoe je die begrippen moet interpreteren, wat je precies bedoelt met deze begrippen. In deze onderzoeksvraag staat bijvoorbeeld betekenisvolle performance. Zo’n begrip moet je toelichten. Wat bedoel je met betekenisvol en wat is een performance?
- Welke begrippen in jouw onderzoeksvraag zijn belangrijk?
- Verduidelijk de begrippen door ze toe te beschrijven, toe te lichten en te definiëren.
- Als je vraag goed leest, zie je dat je een aantal stappen zal moeten zetten om de vraag te kunnen beantwoorden. Maak een schema van de stappen die je denkt dat je moet zetten om deze vraag te beantwoorden.
- Nog voor je een onderzoek echt gaat uitvoeren, heb je meestal wel een idee wat de uitkomst van het onderzoek zal zijn (de hypothese). Wat denk je dat het antwoord op deze vraag zou kunnen zijn?
Afronding Onderzoeksvraag:
Document waar vraag 1, 2 en 3 beantwoord zijn.
Kunstwerk
Dit kunstwerk dient als inspiratie voor jullie onderzoek en geeft een idee van hoe jullie eindwerk eruit kan komen te zien.
De perfomance van het Malatheater is geregisseerd door Ludovica Rambelli. Bekijk hier een compilatie van hun voorstelling La conversione di un cavallo, waarin ze schilderijen van Caravaggio tot tableau vivants maken.
Caravaggio was een Italiaanse kunstschilder die leefde in de tijd van de barok. Ook Vondel leefde in die tijd. De barok is een kunststijl die zich kenmerkt door overdaad van vorm en heftigheid van gevoelsuitdrukking. Je ziet dat terug in het werk van Caravaggio en in dat van Vondel. Lees hier hoe die grote gevoelens te zien zijn in het werk van Caravaggio.
Vorm
Het onderzoek dat jullie doen resulteert in een artistieke en kunstzinnige uiting: een scène, lied, dans, kunstwerk, film, kunstzinnige interventie, installatie. Hierna volgt een beschrijving met richtlijnen van wat jullie gaan maken.
Een betekenisvolle performance met daarin verschillende tableau vivants, deze zijn een weergave van wreedheden uit de Gijsbrecht. De performance is vormgegeven met verschillende middelen als muziek, kostuums, props et cetera en duurt 3-5 minuten.
Tijd & samenwerking
Je werkt in totaal 8 lesuren aan dit onderzoek. Sommige delen maak je individueel, sommige onderdelen in een groep. Hieronder een weergave hoe het tijdspad er uit kan zien.
*Onderzoeksvraag + Oriëntatiefase + Inspiratiefase:
Tijd: 3 lesuren
Hoe: individueel
Inleveren: document met verschillende opdrachten
*Zelf aan de slag + Reflectie:
Tijd: 4 lesuren
Hoe: groep
Inleveren: verschillende materialen
*Beantwoording onderzoeksvraag
Tijd: 1 lesuur
Hoe: groep
Inleveren: eindtekst of filmpje
Het laatste lesuur kun je inzetten waar dat nodig is.
STAP 1: Oriëntatiefase
In de oriëntatiefase ga je je inlezen in het onderwerp. Dit doe je door verschillende bronnen te bestuderen en vragen te beantwoorden. De antwoorden maak je in een document dat je na afloop inlevert.
Bron 1: wreedheden uit de Gijsbrecht
Lees uit de Gijsbrecht van het vijfde bedrijf de regels 1290-1520 hier. Amsterdam is bijna verslagen, de Kennemers hebben de hele stad in brand gezet en zijn het klooster binnengedrongen. Daar hebben ze Bisschop Gozewijn en de nonnen aangevallen. Het is heel beeldend geschreven. Download het fragment en sla het op.
Vraag:
1. Welke wreedheden komen voor in dit tekstfragment van de Gijsbrecht? Onderstreep de momenten die bij jou het meest tot de verbeelding spreken en straks gebruikt kunnen worden in jullie eigen performance. Voeg het document waarin je zinnen onderstreept hebt toe bij je document. Licht kort toe waarop je gelet hebt bij het onderstrepen.
Bron 2: over de actualiteit van Vondels’ Gijsbrecht en de wreedheden in het stuk.
Lees het artikel van Max Arian over de Gijsbrecht in de Groene Amsterdammer.
Hij schrijft in dit artikel: “De God waar Vondel zich op beroept, is verder weg van ooit, maar dezelfde wreedheden vinden nog altijd plaats, wel en niet in zijn naam”.
Vraag:
2. Dit artikel is geschreven in 1994, vind je zijn uitspraak nog steeds van toepassing in de tijd waarin we nu leven? Beargumenteer waarom wel of niet? Maak hierbij gebruik van minstens 3 voorbeelden.
Bron 3: de Gijsbrecht en de Nachtwacht
Tijdens de klassikale introductie hebben jullie in het Bulkboek de inleiding gelezen. Hierin staat: “Volgens hoogleraar Herman Pleij zou het best eens kunnen dat Nederlands beroemdste schilderij, De Nachtwacht van Rembrandt, is geïnspireerd op de openingsscène van Vondels Gijsbrecht.”
Vraag:
3. Hoe kun je aan het schilderij zien dat het eruit ziet als een toneelbeeld? Noem 5 elementen. Gebruik ook deze bron om antwoord te geven op deze vraag.
Afronding Oriëntatiefase:
Schrijf de antwoorden van vraag 1 t/m 3 onder elkaar in je document. Noem het document Oriëntatiefase.
Voeg het tekstfragment waarin je de wreedheden hebt onderstreept toe.
STAP 2: Inspiratiefase
In de inspiratiefase doe je inspiratie op voor je eigen maakproces. Wat doen andere kunstenaars, of wat hebben andere kunstenaars te vertellen? Ook nu staan er weer vragen bij elke bron. Noteer de antwoorden op het document waar jullie in werken.
Bron 5: inspiratie uit de schilderkunst
Vondel was niet de enige die in zijn werk veelvuldig gebruikt maakt van gruwelijkheden. Max Arian schrijft in het artikel in de Groene Amsterdammer dat Vondel “niet zoveel beïnvloed werd door het humanisme van de grote Griekse tragedieschrijvers, maar door de cynische en uiterst wrede drama’s van Seneca.” Ludovica Rambelli heeft zich laten leiden door de kunstwerken van Caravaggio, dit is een duidelijk voorbeeld van schilderkunst waarin gruwelijkheden worden afgebeeld.
Ga op zoek naar schilderkunst die te maken heeft met wreedheden of deze afbeeldt.
Tip:
Kijk eens op de website van het Rijksmuseum. Zij hebben een deel van de collectie online staan. Bijvoorbeeld De lijken van de gebroeders De Witt door Jan de Baen. Of bekijk de website van het Rembrandthuis, ook hier staat een collectie online. Bijvoorbeeld De anatomische les.
Vraag:
4. Welke kunstwerken inspireert jou tot het bedenken van een performance vol wreedheden? Zoek er 3, plaats foto’s van de kunstwerken in je document en beschrijf voor elk kunstwerk waarom je het ziet als inspiratiemateriaal voor jullie performance.
Bron 6: inspiratie uit fotografie
Op zoek naar inspiratie buiten de schilderkunst? Kijk op de website van World Press Photo naar de genomineerde foto’s van uit 2019. Deze foto’s gaan over actualiteiten, zijn een weergave van problemen in de wereld en bevatten dus actuele wreedheden.
Vragen:
5. Welke 3 foto’s, met daarin een wreedheid, vind je het sterkst en waarom?
6. Welke andere bekende beelden van de afgelopen jaren zijn je bijgebleven? Dit kan uit de fotografie komen, maar ook andere beelden kunnen je zijn bijgebleven. Welke wreedheden waren daarin te zien? Verzamel er daar ook 3 van.
7. Maak een overzicht van de door jou gevonden inspiratiebronnen door middel van een moodboard of collage. Dit moodboard mag een combinatie zijn van gruwelijkheden uit Gijsbrecht (de teksten), gruwelijkheden uit de schilderkunst, gruwelijkheden uit de actualiteit of andere bronnen. Je mag het online maken of op papier. Het mag bestaan uit foto’s en tekening, maar ook aangevuld worden met woorden, stukken tekst of ideeën voor de performance. Plaats een foto van het moodboard in jullie document zodat jullie docent (en de docenten van Hoosh) jullie voortgang goed kunnen volgen.
Je gaat in de volgende fase aan de slag met de kunstvorm tableau vivant. Maar wat is dat eigenlijk precies?
Bron 7 & 8: het tableau vivant
Lees dit artikel over het tableau vivant en bekijk dit behind the scenes filmpje van het maakproces van het Malatheater.
Vragen:
7. Wat maakt een tableau vivant interessant om naar te kijken en aan welke voorwaarden voldoet een sterk tableau vivant?
8. Wat zijn belangrijke aandachtspunten voor de performers van het Malatheater tijdens het uitvoeren van de tableaus? Noem er 3.
Afronding Inspiratiefase:
Digitaliseer het moodboard/collage die je gemaakt hebt. Zorg dat je straks aan je groep kunt uitleggen waar je keuzes vandaan komen.
Vat de antwoorden op vraag 7 en 8 samen. Als het goed is, geeft dat antwoord op de vraag waar je straks op moet letten bij je eigen performance.
Rond je hier het onderzoek af, maak dan de Eindopdracht. Doe je gewoon het hele onderzoek, ga dan verder naar de volgende fase Zelf aan de slag. Je maakt dan niet de Eindopdracht.
Eindopdracht: Kies een van de afbeeldingen van vraag 4, 5 en 6. Schrijf een kort verhaal naar aanleiding van deze foto. Klik hier voor een uitgebreide instructie.
STAP 3: Zelf aan de slag
In deze fase gaan jullie als groep aan de slag. Je maakt schetsen, repeteert, onderzoekt et cetera. Ofwel: je maakt keuzes. Alles wat jullie doen, documenteer je in het werkdocument. Jullie maken foto’s, filmpjes of korte beschrijvingen van wat jullie doen. Op deze manier leggen jullie het maakproces vast. Maar eerst is het belangrijk om te zien wat jullie afzonderlijke ideeën waren.
Opdracht om informatie uit te wisselen:
- Jullie hebben afzonderlijk een hypothese geformuleerd, een mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag. Lees je hypothese voor elkaar voor.
- Pak de tekst van Gijsbrecht erbij waar je de wreedheden in hebt onderstreept.
- Bespreek met elkaar op welke manier de gruwelijkheden die beschreven zijn volgens jullie nog actueel zijn.
- Laat elkaar je moodboard/collage zien en vertel hoe je te werk bent gegaan.
- Bespreek met elkaar wat belangrijk is bij het maken van jullie performance waarin tableau vivants voorkomen.
Opdracht om de performance te maken:
5. Maak samen een concept voor jullie performance. De performance die jullie maken is een weergave van wreedheden. Dit kunnen wreedheden zijn die zijn uitgevoerd tijdens de bestorming van Amsterdam in Vondels Gijsbrecht, maar dat hoeft niet. Neem in het maken van de performance de vrijheid om jullie inspiratiemateriaal erin te verwerken en de performance te maken zoals jullie willen. Gebruik de onderstaande checklist bij het maken van het concept.
- Formuleer wat jullie willen vertellen met deze performance.
- Maak minimaal 5 tableaus.
- Maak duidelijke keuzes in: mimiek, lichaamshouding en plaatsing op de vloer
- Maak gebruik van verschillende hoogtelagen: laag, midden, hoog. (Laag is: bij de grond, midden is: staan, hoog is: van de grond af, verhoogd.)
- Gebruik kostuums en attributen. Maak een lijstje van alle kostuums en attributen die je nodig hebt, bespreek wie welk kostuum of attribuut regelt en oefen ermee.
- Maak duidelijke keuzes in de overgangen tussen de tableaus. Deze zijn zichtbaar voor het publiek en moeten dus met net zoveel aandacht uitgevoerd te worden als de tableaus zelf.
- Denk aan ondersteuning: wat gebeurt er nog meer terwijl het publiek kijkt naar de tableaus? Worden de tableaus bijvoorbeeld begeleid door muziek of door een tekst die wordt voorgedragen? Zijn er foto’s of video’s te zien tijdens de performance? Et cetera.
Opdracht om het proces vast te leggen:
6. Maak minimaal 3 filmpjes (timelabs) van jullie performance in verschillende fasen van het repetitieproces. Op deze manier kun je laten zien hoe jullie vorderingen maken. Deze video’s zijn voor je docent (en de docenten van Hoosh) een duidelijke weergave van jullie proces, hierin kunnen ze jullie voortgang duidelijk zien.
7. Maak een eindfilmpje van de performance
Afronding Zelf aan de slag:
Lever het concept in.
Lever de 3 timelabs in.
Lever de eindfilm in.
STAP 4: Reflectie
Jullie hebben een voorlopige uitvoering gemaakt, een zogenaamde ‘generale repetitie’ van jullie werk. Jullie kunstwerk, performance, scène, film, lied of dans is af en kan aan het publiek getoond worden. Op de dag van de echte presentatie komen er echter nog docenten van Hoosh om de laatste puntjes op de i te zetten. Beschrijf nu in 200-300 woorden de onderstaande vragen. De docenten van Hoosh moeten weten wanneer ze komen helpen hoe jullie naar je eigen werk kijken. Ook kun je de docenten gericht om hulp vragen.
Vragen:
- Kijk jullie eindfilm gezamenlijk terug. Over welke (artistieke) keuzes die jullie hebben gemaakt zijn jullie heel tevreden? Hoe komt dat?
- Aan welk deel van het kunstwerk, performance, scène, film, lied of dans zouden jullie nog verder willen werken?
- De docent van Hoosh komt om jullie verder te helpen. Formuleer drie vragen waar jullie hulp bij zouden willen of beschrijf elementen uit jullie kunstwerk, performance, scène, film, lied of dans waar jullie nog feedback op willen.
Afronding Reflectie:
Lever de geschreven tekst van 200-300 woorden waarin de antwoorden op de vragen gegeven worden.
STAP 5: Beantwoording onderzoeksvraag
Het onderzoek is gedaan en jullie performance heeft plaatsgevonden. Formuleer hieronder je antwoord op de onderzoeksvraag. Hiervoor maak je gebruik van:
- de hypothesen
- de door jullie gegeven antwoorden op andere vragen in dit document
- met de ervaringen die je hebt opgedaan tijdens het maakproces van het kunstwerk
Je antwoord bestaat uit minimaal 300 en maximaal 400 woorden of uit een filmpje van 2 à 3 minuten.
Onderzoeksvraag:
Hoe maak je een betekenisvolle performance die gebaseerd is op de wreedheden die in de Gijsbrecht beschreven worden en waarin gebruik gemaakt wordt van het tableau vivant?
Afronding Beantwoording onderzoeksvraag:
Lever de geschreven tekst van 300-400 woorden of een filmpje van 2 à 3 minuten in waarin de antwoorden op de vraag gegeven worden.